SFDR-gedragslijn

Gedragslijn met betrekking tot duurzaamheidsrisico’s
SPRH integreert duurzaamheidsrisico’s als onderdeel van het bredere risicobeheersingsraamwerk en is terug te vinden in de Eigen Risico Beoordeling. ESG-risico’s, die betrekking hebben op milieu-, sociale en governancefactoren, worden beoordeeld op hun potentieel om het strategische doel van SPRH te beïnvloeden. SPRH hanteert een proportionele aanpak die aansluit bij de aard en omvang van het fonds en de behoeften van de deelnemerspopulatie. Het beloningsstructuur zet niet aan tot het nemen van buitensporige risico’s in verband met duurzaamheidsrisico’s en gepaard gaat met aan de risico’s aangepaste prestaties.
SPRH heeft een beloningsbeleid dat in lijn staat met de strategie en doelstellingen van het fonds, waaronder het beheersen van duurzaamheidsrisico’s. Het beloningsbeleid is zo ingericht dat het geen prikkels bevat die kunnen leiden tot een buitensporige risicobereidheid, waaronder risico’s op het gebied van milieu, sociale en governance (ESG-factoren).
De kernpunten van het beloningsbeleid in relatie tot duurzaamheidsrisico’s zijn als volgt:

Stimulering van langetermijnwaardecreatie
De beloning van relevante functionarissen is afgestemd op het behalen van de strategische doelstellingen, zoals een goed pensioenresultaat, waarbij duurzaamheidsrisico’s proportioneel worden gemitigeerd.

Risicogeoriënteerde prestatiedoelen
Prestatiecriteria voor beloningen houden rekening met het belang van risicobeheer, waaronder duurzaamheidsrisico’s, om te voorkomen dat korte-termijnwinsten worden nagestreefd ten koste van het langetermijnrendement.

Regelmatige evaluatie
Het beloningsbeleid wordt periodiek geëvalueerd om ervoor te zorgen dat het in lijn blijft met de risicobereidheid van het fonds en de ontwikkeling van duurzaamheidsrisico’s.

Transparantie en verantwoording
Het fonds rapporteert over de naleving van het beloningsbeleid in relatie tot duurzaamheidsrisico’s in het bestuursverslag. Dit bevordert transparantie en verantwoording naar de belanghebbenden.

Redenen voor het niet-rekening houden met negatieve duurzaamheidsimpact (Artikel 4, eerste lid, sub b SFDR)
Het beleid van SPRH richt zich op het behalen van een goed pensioenresultaat in het belang van de deelnemers, zonder nadruk op bredere maatschappelijke doelstellingen. SPRH houdt geen rekening met negatieve duurzaamheidsimpact omdat het de overtuiging heeft dat dergelijke aandacht mogelijk leidt tot hogere kosten en nadelige effecten op zowel rendement als risico.
Eventuele ESG-risico’s zijn door de efficiënte kapitaalmarkten ingeprijsd in de waarde van de beleggingen. SPRH maakt gebruik van deze collectieve wijsheid door middel van passief beleggen. Idiosyncratische (ESG-)risico’s worden hiermee weggediversifieerd.

Beschrijving van duurzaamheidsrisico’s in beleggingsbeslissingen (Artikel 6, eerste lid, sub a SFDR)
Bij het nemen van beleggingsbeslissingen analyseert SPRH in hoeverre ESG-risico’s materieel zijn. Waar nodig worden aanvullende risicobeheersingsmaatregelen toegepast. De risico’s worden gemonitord en beheerst door een gediversifieerde portefeuille, waarbij passieve beleggingen een centrale rol spelen om de kosten te reduceren en eventuele ESG-risico’s te spreiden. Hierdoor minimaliseert SPRH de blootstelling aan eventuele ESG-risico’s.

Waarschijnlijke effecten van duurzaamheidsrisico’s op rendement (Artikel 6, eerste lid, sub b SFDR)
De waarschijnlijke effecten van duurzaamheidsrisico’s op het rendement zijn nihil, aangezien deze vaak op lange termijn materialiseren en de impact moeilijk te kwantificeren is. Voor zover aanwezig, prijzen de markten deze risico’s al in. Het passieve beleggingsbeleid van SPRH benut deze collectieve kennis d.m.v. brede diversificatie.

Verklaring over ongunstige effecten (Artikel 7, tweede lid SFDR)
SPRH neemt de belangrijkste ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren niet in aanmerking. Dit is gemotiveerd door de overtuiging dat een dergelijk beleid leidt tot verhoogde kosten, verlaging van het rendement en vergroting van het risico, waardoor het niet bijdraagt aan het behalen van het strategische financiële doel.
Standaardverklaring Taxonomie (Artikel 7 Taxonomie) Website en Precontractuele informatieverschaffing
Bij de onderliggende beleggingen van de pensioenregeling van SPRH wordt geen rekening gehouden met de criteria van de EU Taxonomie voor ecologisch duurzame activiteiten. Dit sluit aan bij de focus van SPRH op het strategische doel van een goed pensioenresultaat.

ESG-beleid

Beleid maatschappelijk verantwoord beleggen

Inleiding en achtergrond

SPRH heeft een lange termijn beleggingsperspectief. Dit vertaalt zich in een lange termijn beleggingsbeleid. De wens om verantwoord te beleggen is een onderdeel van dit beleid.
Het verantwoord beleggingsbeleid is de visie van het bestuur op de maatschappelijke verantwoordelijkheid die het beheren van vermogen met zich mee brengt. De invulling van deze verantwoordelijk kent subjectieve elementen en is daarnaast continu onderhevig aan nieuwe inzichten. Het bestuur zoekt een optimale balans tussen haar ambitie op het gebied van verantwoord beleggingen en de praktische haalbaarheid daarvan.

Verantwoord beleggingsbeleid

Verantwoord beleggingsbeleid houdt in dat kapitaalverstrekkers hun verantwoordelijkheid nemen voor de manier waarop het vermogen belegd wordt. Door ergens wel of juist geen of minder geld in te steken kan invulling gegeven worden aan deze verantwoordelijkheid. Het bestuur gelooft dat verantwoord beleggen op lange termijn bijdraagt aan het algemeen welzijn en daarbij nagenoeg geen uitwerking op het financieel rendement heeft. Het bestuur heeft dan ook een duidelijke focus op een verantwoord beleggingsbeleid. Uitgangspunt daarbij is dat dit beleid beleggingstechnisch verantwoord is en zeer beperkte meerkosten mag opleveren.

Bij het vormgeven en uitvoeren van het verantwoord beleggingsbeleid hanteert ons pensioenfonds de volgende richtlijnen:

Niet beleggen in onverantwoorde sectoren.

Het bestuur streeft ernaar om beleggingen in controversiële wapens in zijn geheel uit te sluiten. Ons pensioenfonds houdt zich vanzelfsprekend aan het wettelijk verbod op het investeren in bedrijven die clustermunitie produceren. Daarnaast wordt ernaar gestreefd niet te investeren in aan controversiële wapens gelieerde ondernemingen. Naast clustermunitie maken ook landmijnen, biologische en chemische wapens onderdeel uit van controversiële wapens.

Hard maken voor mensenrechten, goede werkomstandigheden, anti-corruptie en milieu.

SPRH is zich bewust van haar maatschappelijke functie en verantwoordelijkheden en laat dit ook meewegen bij de inrichting van het beleggingsbeleid. Het bestuur streeft ernaar om bedrijven die niet opereren in lijn met de principes vanuit UN Global Compact over mensenrechten, werkomstandigheden, anti-corruptie en milieu, uit de beleggingsportefeuille te weren. Bij de selectie van vermogensbeheerders is het ondertekend hebben van de United Nations-supported Principles for Responsible Investment (UN PRI) onderdeel van de selectiecriteria.

Communicatie.

Het bestuur kiest voor gezamenlijke beleggingsoplossingen die beheerd worden door externe vermogensbeheerders. Hierdoor kan het bestuur niet direct stemmen op bijvoorbeeld aandeelhoudersvergaderingen. Wij verlangen van onze vermogensbeheerders dat zij op een zorgvuldige wijze het stemrecht uitoefenen in het belang van SPRH en in overeenstemming met ons duurzaam beleggingsbeleid. Bij de selectie van vermogensbeheerders is dit een selectiecriterium.
Het bestuur vindt het belangrijk transparant te zijn en relevante informatie te delen met onze stakeholders. De communicatie over het verantwoord beleggingsbeleid is een belangrijk onderdeel hiervan.

Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR)

SPRH neemt bij beleggingsbeslissingen de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren niet in aanmerking in de zin van artikel 4 van de Informatieverschaffingsverordening voor duurzaamheid in de financiële sector en de nog te verschijnen secundaire wetgeving. De reden hiervoor is dat SPRH die niet kan meten, omdat onvoldoende data beschikbaar is om de ongunstige effecten van onze beleggingen op duurzaamheidsfactoren op betrouwbare wijze te kunnen meten. Tevens is SPRH van mening dat de deelnemers deze extra informatie niet waarderen en onnodige complexiteit en kosten toevoegen. Zodra betrouwbare data op kostenefficiënte wijze beschikbaar is en uit deelnemersonderzoek blijkt dat dit wel op prijs wordt gesteld, kan SPRH het beleid heroverwegen.

SPRH merkt de pensioenregeling niet aan als artikel 8 of 9 product in de zin van SFDR.